Douro
Douro, gelegen in het noord-oosten van Portugal is vooral bekend van zijn portwijnen. Het gebied is circa 250.000 hectare groot, maar er is slechts 45.000 hectare beplant. Circa 2600 jaar geleden plantten de Feniciërs hier de eerste wijnranken. In tegenstelling tot andere importeerden de Portugezen hun druivenrassen uit Noord-Afrika. Enkele van deze druivenrassen worden nog steeds en exclusief in Portugal gebruikt.
Door Engelse handelaars in de 18e eeuw werd Portugal wereldwijd bekent om zijn portwijn. Voor andere wijnen was het wachten op de toetreding van Portugal tot de EEG in 1986.
Het gebied gaat van Barqueiros, dat ongeveer 100 km ten oosten van Porto ligt, tot aan de Spaanse grens en maakt deel uit van de wijnregio Trás-os-Montes. Het gebied zelf kent nog eens drie onderverdelingen: Baixo Corgo, Cima Corgo en Douro Superior. (Zie kaart onder)
Er heerst een continentaal klimaat in het gebied met hete zomers en koude winters. Het gebied is weinig onderhevig aan de noordenwinden en de winden van de Atlantische Oceaan omdat het beschermt wordt door de Serra Mesão. De ondergrond bestaat vooral uit graniet en leisteen.
Er gelden volgende regels:
- Er mag enkel witte of rode wijn gemaakt worden.
- Wijn mag enkel van speciaal benoemde terreinen komen.
- De productie mag maximaal 55 hectoliter per hectare bedragen, voor alle wijn.
Volgende druivenrassen gebruiker: Wit: Malvasia, Donzelhino Branco, Esgana Cão, Viosinho, Folgasão, Rabigato en Gouveio; Rood: Tinta Roriz, Touriga Nacional, Touriga Franca, Tinta Barroca, Castelão, Rufete, Tinta Cão, Mourisco Tinto, Tinta Amarela en Bastardo.