Tien geurgroepen met enkele mogelijke geurassociaties
F R U I T I G
Europees fruit: appels, peren, abrikozen, perziken, druiven, kersen, meloen, pruimen.
• Tropisch fruit: mandarijnen, sinaasappelen, kiwi’s, citroen, grapefruit, mango’s, kokos.
• Gedroogd fruit: dadels, vijgen, krenten, pruimen, rozijnen.
• Klein fruit: aardbeien, aalbessen, bosbessen, bramen, veenbessen, frambozen, kruisbessen.
• Noten: walnoten, hazelnoten, pistache, amandelen, groene olijven, zwarte olijven.
F L O R A A L
• Verse (snij)bloemen: narcissen, rozen, anjers, fresia’s, chrysanten, tulpen, lelietjes van dalen, margrieten, lelies, viooltjes, kamille, irissen.
• Bloemen van struiken en bomen: bloesems van appel- peren- enz. bomen, bloesems van druivenstokken, bloemen van de acacia, amandelboom, liguster, rododendron, vlierbessenstruik, lavendel, seringen, honing, heester, lindebloesem, kamperfoelie, voorjaarsgeur.
P L A N T A A R D I G
• Planten: geranium, klimop, varen, loofwoud, groenten, ui, knoflook, paprika, thee, (pot)aarde, veengrond, natte planten, mos, schimmel, moerasachtig, als een openstaand aquarium, stoffig.
• Grasachtig: gemaaid gras, hooi, weiland, groene bladeren, verwelkende bladeren, vochtige en rottende bladeren.
G E K R U I D
• Kruiden: tijm, majoraan, Provençaalse kruiden, Griekse kruiden, oregano, foelie, salie, rozemarijn, kervel, anijs, dragon, laurier, dille, basilicum, groene munt, venkel, peterselie, selderij.
• Paddenstoelen: champignon, cantharellen, eekhoorntjesbrood, oesterzwam, Chinese paddenstoelen, boleet, truffels.
• Specerijen: nootmuskaat, peper (zwarte, witte), kaneel, gember, kruidnagels, geelwortelpoeder, komijn, kerrie, laos, cardemom, mosterd, wildbraad, leer, tabak.
E T H E R I S C H
• Fruit e.d.: ananas, banaan, rottend fruit, zuurtjes, aceton, groene zeep.
• Gist: gistende dranken, bier, appelcider, overrijp fruit, vers brood.
• Zuivelproducten: melk, boter, zure melk, kaas, yoghurt, was, stearine, ranzig.
D I E R L I J K
• Dieren e.d.: (natte)honden, stalgeur, paarden, vis in verschillende stadia van versheid, zweet.
• Uitwerpselen e.d.: adellijk wild, gekuild gras, gier, mest, muizenhok, kattenpis.
• Parfums: amber, civet, muskus.
H O U T A C H T I G
• Onbewerkt hout: cederhout, sandelhout, eikenhout, beukenhout, vurenhout, acaciahout, als in een houtzagerij.
• Exotisch houtachtig: zoethout, salmiak, drop, vanille, hoestdrankjes.
C H E M I S C H
• Chemische stoffen: koolzuur, carbol, ethylacetaat, alcohol, azijn, nagellak, zwavel.
• Medicinaal: apothekersluchtjes, chloor, jodium, ammoniak, ontsmettingsmiddelen, papier, mottenballen, ziekenhuisluchtje.
• Kunststoffen: celluloid, polyester, plastic, rubber, grafiet.
B R A N D E R I G
• Gegrilde en geroosterde geuren: geroosterd brood, vlees, karamel, verse noten, pijptabak.
• (Aan)gebrand: koffie, cacao, chocolade, aangebrand voedsel, brandend rubber, gebrande suiker, vuursteen.
• Rook: sigaretten, sigaren, rook van hout (in diverse soorten en condities, zoals b.v. nat beuken-, hout, dor eikenhout, enz.), houtskool, brandende kruiden e.d.
B A L S E M A C H T I G
· Alle soorten wierook, benzine, dennenwoud, hars, jeneverbes, terpentine, turfmolm.